Image

Waterkwaliteit

Uitleg van het probleem

Tijdens langdurige hitte stijgt de temperatuur van het oppervlaktewater. Dit leidt tot algengroei (blauwalgen) en de groei van andere, ziekteverwekkende organismen (pathogenen). Warmer water bevat minder zuurstof en vergoot afbraakprocessen in de waterbodem. Vooral ondiepe watergangen kunnen snel opwarmen. Hierdoor wordt het water sneller voedselrijk en zuurstofloos met negatieve gevolgen voor het ecosysteem, zoals vissterfte. Ook kan dit tot stankoverlast leiden. Als het tegelijkertijd langdurig droog is, kan een lagere waterstand de concentratie van ongewenste stoffen en medicijnresten verhogen en de waterkwaliteit verlagen. In droge perioden is het een grote uitdaging om voldoende schoon water op de goede plek te krijgen.

De afname van de waterkwaliteit is met name een aandachtspunt voor gemeenten en waterschappen, en voor gebruikers van oppervlaktewater zoals landbouw, visserij en recreanten. Mocht hitte (en droogte) leiden tot verzilting, dan kunnen sluizen en keringen gesloten worden. Dit heeft als gevolg dat de scheepvaart gehinderd wordt.

Informatie en kaarten voor meer inzicht

Basiskaarten volgens de gestandaardiseerde stresstest

Geen

Aanvullende kaarten

  • Kaart met risico op warm oppervlaktewater (Klimaateffectatlas) → geeft inzicht in de locaties waar hitte nadelige gevolgen kan hebben voor de waterkwaliteit en de ecologie.
  • Kaart met het aantal zomerse of tropische dagen nu en in de toekomst (Klimaateffectatlas) → geeft inzicht in de toename van het aantal dagen waarop oppervlaktewater wordt opgewarmd.
  • Locaties van oppervlaktewater → geeft inzicht in de (kritieke) locaties waar waterkwaliteit een probleem kan geven.
  • Overzicht van officiële en inofficiële zwemlocaties in de gemeente.

Enige maatregelen en richtlijnen

  • Controleren waterkwaliteit
  • Tijdige waarschuwen over kwaliteit zwemlocaties of sluiten van zwemwaterlocaties
  • Stedelijk water zo inrichten dat het systeem robuuster wordt:
      • door voldoende ondiep oppervlak (tussen 0 en 1 meter diepte) in te richten met planten die het systeem bestendiger maken tegen algengroei en zuurstof in het water brengen.
      • door te zorgen dat er zo min mogelijk voedselrijk (vuil) water in het systeem terecht komt, door het opsporen van foutaansluitingen, het voorkomen van riooloverstorten en het (ver)plaatsen van regenwateruitlaten en riooloverstorten op strategische locaties in het watersysteem.
  • Groot water voldoende diep houden door te baggeren