Image

Drinkwaterkwaliteit

Uitleg van het probleem

Als de temperatuur van het drinkwater te veel stijgt, is er een groter risico op afname van de drinkwaterkwaliteit. Er is een verband tussen de temperatuur en het aantal klachten over bruin water. Daarnaast kunnen in warm drinkwater micro-organismen, zoals legionella, sneller groeien. Dit is met name een probleem voor de waterleidingbedrijven, maar kan vervolgens negatieve effecten hebben op de volksgezondheid, de landbouw en veeteelt en de industrie. Het drinkwater uit de kraan dient niet warmer te zijn dan 25 graden. Dit is een wettelijke eis vanuit de Drinkwaterwet waaraan het waterleidingbedrijf moet voldoen. De watertemperatuur stijgt als leidingen dicht onder het maaiveld liggen en als het grondoppervlak heet  wordt en de bodem opwarmt. Opwarming van het drinkwaternet is ook gerelateerd aan andere eigenschappen zoals de bedekking en de albedo van de bodem, de grondsoort, zon/schaduw, diepteligging van de leidingen en aanwezigheid van antropogene bronnen (boven de grond zoals restwarmte van gebouwen, dichtheid van gebouwen, elektrische laadpalen; maar ook onder de grond, zoals warmtenet, stadsverwarming, WKO’s, en hoogspanningskabels die wel 90 graden kunnen zijn).  Daarnaast kan leidingwater in met name appartementencomplexen en kantoren extra opwarmen doordat dit water een lange weg door het gebouw aflegt en deze waterleidingen niet altijd afdoende zijn geïsoleerd van overige leidingen.

Informatie en kaarten voor meer inzicht

Basiskaarten volgens de gestandaardiseerde stresstest

  • Gedetailleerde hittekaart van de gevoelstemperatuur op een hete dag (Klimaateffectatlas) → om te bepalen waar waterleidingen gevaar lopen op te warmen.

Aanvullende kaarten

  • Kaart met het aantal zomerse of tropische dagen nu en in de toekomst (Klimaateffectatlas) → geeft inzicht in de toename van het aantal dagen waarop de temperatuur van het drinkwater stijgt.
  • Diverse kaarten van bodemeigenschappen en ruimtelijke kenmerken die de temperatuur in drinkwaterleidingen beïnvloeden:
      • Ligging van de leidingen (inclusief diepte indien bekend)
      • Bedekking
      • Albedo
      • Grondsoort
      • In zon/schaduw
      • Locatie van mogelijke warmtebronnen (antropogene bronnen boven- en ondergronds)

Enige maatregelen en richtlijnen

  • Drinkwaterleidingen dieper aanleggen
  • Drinkwaterleidingen zoveel mogelijk in beschaduwde zones aanleggen
  • Drinkwaterleidingen aanleggen onder groen
  • Drinkwaterleidingen niet in de buurt van warmtebronnen aanleggen
  • Waterleidingen in appartementencomplexen niet langs zuidgevel laten lopen of beter isoleren